Op wandel met Jan De Sutter: 'Oude liefde roest niet'
01/03/24
Hoeft het te verbazen dat het Onze-Lieve-Vrouwinstituut de favoriete Rodense plek is van oud-schooldirecteur Jan De Sutter? Maar ook het Waterloos Veld en het Zoniënwoud zijn plekjes die hij een warm hart toedraagt.
Veertig jaar geleden spoelde Jan De Sutter, afkomstig van Drogenbos, samen met zijn Oost-Vlaamse vrouw aan in onze gemeente. In hun eerste woning, waar ze enkele jaren woonden, werden ze omringd door onderwijzers en (oud-) directeurs, onder meer van de school aan de Wauterbos. Op hun huidige adres, nabij de wijk De Hoek, was oud-hoofdinspecteur en oud-schepen Noël Beke jarenlang hun buurman. Jammer genoeg overleed die vriendelijke man op 2 februari.
Eerste lekendirecteur
Onderwijs is de rode draad in het leven van Jan. Met veel liefde praat hij over zijn lange loopbaan. De hoofdmoot daarvan speelde zich af in het Onze-LieveVrouwinstituut van de kloosterorde
O-L-V van VII Weeën, aan de Kloosterweg in Rode. Het is meteen zijn eerste koesterplek, al ziet die er vandaag uiteraard helemaal anders uit dan bijna veertig jaar geleden, toen hij aan het begin van zijn carrière stond.
‘Na mijn eerste job als onderwijzer werd ik al snel de eerste lekendirecteur van de toenmalige ‘zustersschool’. Mijn eerste beleidsjaren stippelde ik nog uit met de zusters, maar gaandeweg kwam er vervanging door leken en uiteindelijk vierden we vijftien jaar geleden het afscheid van de laatste actieve zusters, van wie er nu nog vijf in leven zijn. Zuster Renata is intussen 99!’
Jan kent zijn geschiedenis. ‘Het was in 1847 dat Sabina Van Keerberghen het klooster hier stichtte, en al snel kwam er een onderwijscel tot stand. Die is inmiddels uitgegroeid tot een kleuterschool, een lagere school en een middelbare school met zo’n 1.200 leerlingen en een kinderdagverblijf. Al die jaren kon ik
een beroep doen op een geweldig schoolbestuur en een superondersteunend team, samen met de ouders en de kinderen. Dat kan ik niet genoeg benadrukken, want zij zijn onlosmakelijk verbonden met de fantastische jaren die ik hier meemaakte.’
Groene schoolomgeving
‘Nu spreekt men over groene speelplaatsen op scholen als iets redelijk nieuws, en over het ontharden van de gemineraliseerde ‘koeren’. Maar ‘onze’ school – ja, ik voel me er nog altijd een deel van – zit al lang te midden van het groen. Tegenwoordig is dat buiten de kloostermuren, waar ze in november nog 5.000 boompjes en struiken aanplantten om de kinderen een nog groenere speel- en leeromgeving te bezorgen’, stelt hij tevreden vast.
Ook na zijn pensioen bleef Jan verbonden met de school. ‘De monitorfunctie van de zeeklassen en later de coördinatie van de sneeuwklassen gaven en geven me nog veel voldoening. Ook de jaarlijkse uitnodiging van de huidige directeur voor een samenzijn met directie en (oud-)personeel kan ik erg smaken. Het is fijn te ervaren dat ik hier nog altijd welkom ben, in een hartelijke sfeer.’
Familiemens
‘Toen ik met pensioen ging, dacht ik eraan om een sabbatjaar te nemen en eens goed uit te rusten na zo’n lange carrière. Daarna zou ik wel zien wat er op me afkwam. Maar het is daarbij gebleven: ik had niet zo’n behoefte aan het verenigingsleven en dat is nog altijd zo.’
‘De familie – drie kinderen en vijf kleinkinderen – heeft haar leven buiten onze gemeente opgebouwd. Ze wonen wel in Vlaanderen, maar helemaal bij de deur is het ook niet. We hebben uiteraard nog
veel contact, en als een kleinkind ziek is, springen we in onze auto om de ouders de praktische problemen uit handen te nemen.’
‘Ook mijn zus en vier broers wonen elders, maar ook met hen is het contact innig. We hebben een jaarlijks familiefeest waar toch een zestigtal personen aanwezig zijn, en een jaarlijkse voetbalmatch met dezelfde aanwezigen. Intussen bestaat de grote familie al uit negentien kleinkinderen en het twintigste achterkleinkind is op komst.’
Fietsen in het Zoniënwoud De andere koesterplekjes van Jan houden verband met de natuur. ‘Mijn vrouw en ik gaan regelmatig wandelen in het Waterloos Veld en de Kwadeplas. En dan gaat de hond altijd mee. Bij vriestemperaturen gingen we daar vroeger sleeën met de kinderen. We gaan er dus al lang naartoe, en nog steeds. In feite geldt hetzelfde voor mijn derde plekje: het Zoniënwoud. Samen met het Hallerbos vormt het de as van het nieuwe project van de ‘Brabantse Wouden’, dat is een echte opsteker. We deden er vroeger veel fietstochten met de kinderen en gaan er nu nog regelmatig genieten van de bijzondere natuur. Beide plekken, het Waterloos Veld en het Zoniënwoud, liggen hier achter de hoek, dus beter kan niet.’
‘Gerald Dichtl formuleerde het mooi in de vorige aflevering van deze rubriek. We zitten hier dicht bij Brussel, het Pajottenland, Waals-Brabant … We hebben goede trein- en fietsverbindingen en het is hier al bij al wel rustig. Al maak ik dan even abstractie van de drukke Zoniënwoudlaan, dé verkeersader van Rode. Ik hou van het reliëf in onze streek. En ook het nieuwe, groene Novarodepark vind ik een heel aangename plek.’
Etnische muziek
Als we hem vragen naar zijn hobby’s, laait het enthousiasme op. ‘Ik verzamel allerlei muziekgenres, en tegenwoordig heb ik veel aandacht voor etnische muziek. Die vind ik geweldig. De gezongen muziekkunst van de Alpenherders bijvoorbeeld. Heel speciaal en de moeite van het ontdekken waard.’
‘Dankzij de kleinkinderen blies ik ook een oude hobby nieuw leven in: modeltreinen. Daar was ik vroeger nogal intens mee bezig, maar het was een beetje weg_ gedeemsterd. De kleinkinderen zijn vragende partij om ernaar te kijken en zo rijden er weer regelmatig Märklintreinen rond in de hobbykamer.’ Het was lang geleden dat we nog eens iemand spraken die modeltreinen en hun omgeving assembleert. ‘En toch zijn er
meer mensen mee bezig dan je zou denken. Vraag maar eens rond en je zal versteld staan. Op de gespecialiseerde beurs in Genk komt twintigduizend man af, kan je nagaan. Ik ben er al lang mee aan de slag, en ik herinner me nog de miniatuurcircuits aan de Inno-Bon Marché in de Nieuwstraat. Daar kon ik me echt aan vergapen en het was een stimulans om er thuis verder aan te bouwen.’
Als afsluiter komt de school nog eens ter sprake. Of Jan zijn job mist? ‘Soms wel, moet ik eerlijk toegeven. Maar spijt heb ik niet, want tenslotte heb ik er zelf voor gekozen. En nu mijn vrouw al twee jaar
met pensioen is, genieten we nog meer van onze reizen naar de bergen in Frankrijk, Italië, Oostenrijk of Zwitserland. Daar ging ik als kind al naartoe met de reizen van Intersoc, en later als personeelslid. De kinderen en kleinkinderen zijn er ook al mee op reis geweest. En ik heb er mijn vrouw leren kennen. Niets dan goede herinneringen dus! Reizen naar de bergen zullen we blijven doen zolang we kunnen.’
Herman Dierickx
uit: Buurten maart 2024