Zenuwcentrum voor erfgoed
03/04/24
De Vlaamse erkenning van de Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED)Erfgoed Brabantse Kouters is een feit. Schepenen, ambtenaren, vrijwilligers en erfgoedverenigingen maakten kennis met de geplande projecten rond de thema’s landschap, bouwkunde en archeologie. De ambitie is groot, net als het afgelegde traject.
De Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst Erfgoed Brabantse Kouters (IOED EBK) – een hele mond vol – is een samenwerkingsverband van twaalf lokale besturen (Asse, Grimbergen, Kraainem, Machelen, Meise, Merchtem, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Zemst) die de krachten bundelen voor een gezamenlijk beleid op het vlak van onroerend erfgoed. De IOED werkt hiervoor nauw samen met het Regionaal Landschap Brabantse Kouters en de gemeentelijke diensten.
De erkenning van de IOED door Vlaamse minister Matthias Diependaele (N-VA) eind vorig jaar kwam er na een heel traject. Om tegemoet te komen aan de opmerkingen op de (geweigerde) eerste erkenningsaanvraag werd er in de nieuwe aanvraag voor gekozen om te gaan voor één grote IOED van alle twaalf aangesloten gemeenten. Daarvoor werden de twee bestaande projectverenigingen Erfgoed Brabantse Kouters Oost en Erfgoed Brabantse Kouters West samengevoegd tot Erfgoed Brabantse Kouters. Met de erkenning en de bijkomende Vlaamse subsidies op zak kan vanaf 1 januari 2024 de werking worden verbreed tot een volwaardige intergemeentelijke samenwerking rond de drie erfgoedthema’slandschap, bouwkunde en archeologiemet daarbij ook de deeltijdse inzet van een specialist historische landschapszorg.
Expertise opbouwen
De eerste en belangrijkste taak van de IOED is het bundelen van kennis en expertise. ‘De medewerkers van de IOED zijn erfgoeddeskundigen en kunnen voor de gemeenten taken opnemen waarvoor een specifieke kennis is vereist’, legt voorzitter Karlijne Van Bree (Vernieuwing Grimbergen) uit. ‘Gemeenten kunnen de IOED contacteren voor specifiek erfgoedadvies bij omgevingsaanvragen, archeologische opgravingen en andere erfgoedvragen. Hiernaast biedt het intergemeentelijke karakter van de IOED de mogelijkheid om gemeenteoverschrijdend te werken.’ Wat zijn zoal de noden van de verschillende gemeenten? De herbestemming van vastgesteld of beschermd erfgoed, het bepalen van de erfgoedelementen op begraafplaatsen, een betere bescherming zoeken voor bomen met erfgoedwaarde, etc.
Een specifieke taak die de IOED EBK opneemt, is het inventariseren van erfgoed. ‘We doen dat al sinds 2021 voor bouwkundig erfgoed en vanaf dit jaar ook voor landschappelijk erfgoed’, vertelt coördinator Sebastiaan Goovaerts. ‘De IOED probeert erfgoedactoren te verbinden en samen te brengen en kan fungeren als tussenpersoon voor de gemeenten en hogere beleidsniveaus. Ten slotte versterkt de IOED het draagvlak voor erfgoed. Door middel van publieksactiviteiten en gerichte communicatie maakt de IOED inwoners en gemeenten warm voor erfgoed.’
Drie speerpunten
‘Onze regio heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd. Dat heeft zich vertaald in een rijk erfgoedpatrimonium, zowel bovengronds in bouwkundig en landschappelijk erfgoed als ondergronds in een hoog archeologisch potentieel. Samen met de gemeenten willen we dit erfgoed in kaart brengen, waarderen en beschermen. De IOED wil een zenuwcentrum zijn voor erfgoed in de regio, waar we kennis en expertise verzamelen en delen en waar gemeenten en erfgoedactoren terecht kunnen voor advies.’
Voor dit jaar zijn er drie specifieke projecten gepland. ‘De kalkzandsteen uit Diegem is er een van. Dat is een bleekgele steen die typisch is voor de regio en die tot ver buiten onze grenzen werd geëxporteerd. Hoewel je er haast niet over kan kijken in de woonkernen van Steenokkerzeel, Diegem of Zaventem, zijn er in het hele werkingsveld gebouwen in deze steen terug te vinden.
De IOED wil de steen in de kijker zetten en het gebruik ervan inventariseren. Hiervoor heeft de IOED een interactieve erfgoedkaart gecreëerd (www.erfgoedbrabantsekouters.be) waarop burgers of verenigingen panden in deze steen kunnen doorgeven. Dit traject werd in 2023 opgestart en zal in 2024 doorlopen.’
Een tweede speerpunt zijn historische hoeves. ‘Onze regio wordt vandaag gekenmerkt door woonkernen en veel belangrijke verkeersassen. Vroeger was dat anders. Eeuwenlang was onze streek een groene zone met vruchtbare landbouwgrond. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er zich hier nog veel historische hoeves bevinden. De IOED wil deze hoeves in kaart brengen en hun geschiedenis achterhalen. Hoe waren de boerderijen verbonden aan abdijen en waar vinden we nog restanten van de ooit zo prominente hopteelt? Ook hier zullen we gebruik maken van de interactieve erfgoedkaart waarop burgers of verenigingen zelf hoeves kunnen aangeven.’
Erfbeplanting en herdenkingsbomen vormen het derde speerpunt. ‘Wie het over historische hoeves heeft, kan niet zonder het vermelden van de traditionele erfbeplanting die verbonden was aan de landbouwbedrijven. Veekeringen, welkomstbomen, leifruit … het zijn allemaal vormen van houterfgoed dat typisch is voor deze hoeves. De IOED wil in 2024 dit erfgoed in de kijker zetten door bestaande relicten te inventariseren, maar ook door deze traditionele manier van groenverzorging bekend te maken. Het voordeel is dat we dit kunnen combineren met het in kaart brengen van de historische hoeves.’
Dimitri Berlanger
uit: Buurten april 2024
Gelijkaardig initiatief in Pajottenland & Zennevallei
Niet alleen de Brabantse Kouters hebben een IOED, ook ZENDER, de Cultuurregio van Pajottenland & Zennevallei, heeft een Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED). ZENDER is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Affligem, Dilbeek, Halle, Roosdaal, Sint-PietersLeeuw en Ternat. De gemeenten Bever, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik en Pepingen sloten zich ook aan in 2024. De kerntaak is een beter behoud en waardering van het onroerend erfgoed in de regio. ZENDER werkt aan een samenhangend beleid, draagvlakvergroting en voorziet in begeleiding en advies rond onroerend erfgoed.