Gemeenschapskrant

‘Meer diversiteit wapent het woud tegen klimaatverandering’

01/09/23

Tijl Schelfhout (42) pendelt elke werkdag van de Antwerpse zuidrand naar wat hij de mooiste werkplek van het land noemt: het Zoniënwoud. Hoe gaan de bosbeheerders om met de klimaatverandering en hoe ver staat het met de plannen voor het Nationaal Park?

©Tine De Wilde

Tijl werkte al jaren in het groenbeheer en de bosbouw. Enkele jaren geleden besloot hij een stapje verder te gaan. Hij volgde de basisopleiding natuurmanagement bij het opleidingscentrum Inverde, gevolgd door een specialisatiejaar boswachter. Toen het Agentschap voor Natuur en Bos in 2021 een boswachter zocht voor het Zoniënwoud, waagde hij zijn kans … Met succes! Sindsdien kan je hem in zijn groene boswachtersuniform tegen het lijf lopen tussen de majestueuze beuken van het woud in Sint-Genesius- Rode. ‘Het is een heel diverse job’, vertelt Tijl. ‘Toezicht houden, het kiezen van aanplantingen, aanduiden welke bomen geveld moeten worden, recreatieaanvragen opvolgen en goedkeuren, het Bosmuseum in Groenendaal ondersteunen … Ook een IT-opleiding hoort erbij, want we digitaliseren momenteel ons volledige beheer. Maar het liefst van al vertoef ik tussen de bomen, niet aan een bureau.’

Merk je iets van de klimaatverandering in het Zoniënwoud?

Tijl Schelfhout: ‘In het diepe gedeelte van het woud zien we eigenlijk nog maar weinig gevolgen van de klimaatverandering. Maar we beseffen dat die gevolgen er wel aankomen. In Duitsland zien we al sterfte bij grove dennen en beuken, en zelfs de sterke eiken krijgen het zwaar. Hier bij ons zijn de bosranden van het Zoniënwoud het meest kwetsbaar. De temperatuur is er veel hoger dan dieper in het bos. Beuken verdragen van nature niet al te veel zonlicht: ze hebben een dunne, gladde schors en gedijen het best in de schaduw. Het woud heeft gedurende de hele zomer een dicht bladerdak, behalve aan de randen.’ ‘Als een beuk niet sterk genoeg is om nieuwe takken te laten groeien omschaduw te werpen, kan hij zonnebrand krijgen en dat kan fataal zijn. Als er dan ook nog eens weinig regen valt, komt er extra druk op de boom. Eiken daarentegen hebben een veel ruwere schors en kunnen beter tegen de zon en de droogte.’

Zie je nieuwe diersoorten opduiken en verdwijnen in het Zoniënwoud als gevolg van de klimaatverandering?

‘Onder de zoogdieren niet meteen, maar een libellenexpert heeft vastgesteld dat er meer zuidelijke soorten opduiken dan vroeger.’

Hoe gaan jullie hiermee om? Kun je het bos wapenen tegen klimaatverandering?

‘Het beukenbestand vernieuwt zich nog steeds op een natuurlijke manier, dus hoeven we deze soort niet aan te planten. Bovendien is natuurlijke verjonging de beste manier om het bos klimaatbestendig te beheren. Maar we zijn wel een beetje bezorgd dat de beuk op lange termijn niet kan overleven in ons veranderende klimaat. Daarom kiezen we bij nieuwe aanplantingen voor meer diversiteit.’

Welke bomen kiezen jullie dan voor nieuwe aanplantingen?

‘We hebben niet heel veel boomsoorten om uit te kiezen, omdat er na de laatste ijstijd maar een beperkt aantal inheemse soorten overbleef. De wintereik is een zeer sterke boom. Ook de haagbeuk doet het goed. We selecteren ook bomen die niet alleen sterk zijn, maar ook bijdragen aan een gezonde bosbodem, zoals linde en hazelaar. Deze boomsoorten hebben bladeren die gemakkelijk verteren. De bladeren van eiken en beuken maken de bodem eigenlijk te zuur. Door andere soorten tussen het bomenbestand te mengen, optimaliseren we de bosbodem.’

Je sprak over de ijstijd. Dat maakt het Zoniënwoud uniek: het is een oerbos dat al minstens sinds de laatste ijstijd onaangeroerd is gebleven.

‘Dat klopt, het landschap is vrijwel onveranderd gebleven. De bodem is grotendeels onaangetast. Als je op sommige plaatsen nog maar 20 cm diep graaft, kom je al in de bodem van het neolithicum terecht. In archeologische termen betekent dat de steentijd. In andere gebieden, vooral in steden, moet je al drie tot vier meter diep graven om dit te bereiken.’

Het Zoniënwoud zal binnenkort deel uitmaken van het Nationaal Park Brabantse Wouden, samen met het Hallerbos en het MeerdaalwoudHeverleebos. De erkenningsprocedure is momenteel aan de gang. Zullen de bosrecreanten en inwoners van Sint-Genesius-Rode daar iets van merken?

‘De erkenning zal het bos en de biodiversiteit zeker ten goede komen. Er komt onder andere een groter budget voor natuurbeheer en grondaankopen. Het Nationaal Park heeft de intentie om de drie grote boscomplexen met elkaar te verbinden via groene corridors, zoals de IJsevallei en de Dijlevallei. De Brabantse Wouden vormen een positief verhaal voor het bos. En het is een erkenning voor het werk dat we al jarenlang doen.’

Het masterplan van het toekomstige Nationaal Park houdt rekening met recreatie, wat druk op de natuur legt. Merk je hier iets van?

‘Op sommige momenten kan het behoorlijk druk zijn in het Zoniënwoud, vooral in het weekend en bij de toegangspoorten zoals Middenhut in Sint-Genesius-Rode. Op maandagochtend zie je dan weer vaak niemand in het bos. We proberen de drukte in goede banen te leiden en dat lukt eigenlijk vrij goed.’ ‘Recreanten kunnen niet overal zomaar wandelen en mountainbiken. We houden toezicht en handhaven de regels. Er is een speciaal mountainbikeparcours waar je mag fietsen. We ontvangen veel recreatieaanvragen van organisatoren van wandelingen, fietstochten, joggings en dergelijke. We zorgen ervoor dat de druk nooit te hoog wordt, bijvoorbeeld door de parcours van verschillende activiteiten niet te laten kruisen.’

Wat is jouw favoriete plek in het Zoniënwoud?

‘Een van de mooiste plekken is het bosreservaat. Het ligt centraal en je moet er altijd even naartoe wandelen, of je nu vertrekt vanaf het kasteel Groenendaal of vanaf de parkeerplaats Middenhut in Sint-Genesius-Rode. Je komt er door een aantal prachtige valleitjes die leiden naar de Ganzepootvijver.’

‘In het reservaat hanteren we een nulbeheer: we laten het bos zijn natuurlijke gang gaan. Het is een van de oudste bosreservaten en dat is te zien. In de afgelopen dertig jaar heeft de natuur zich er prachtig ontwikkeld. Dat komt grotendeels doordat er veel dood hout ligt en staat. We streven ernaar om minstens 10 % dood hout in het bos te hebben, omdat het een bron van leven is. Je vindt er een enorme diversiteit aanmossen, kevers en andere dieren, zoals de zwarte specht. Maar het bosreservaat is een plek om te koesteren, niet om massaal te bezoeken en te verstoren. Gelukkig is het Zoniënwoud groot genoeg, met tal van plekjes om te ontdekken, te voet of met de fiets.’

Bart Claes
uit: Buurten - september 2023

Meer nieuws

  • Gemeenschapskrant

    Performance De Boesdaalfeesten - Springplank

    01/05/24

    Op zondag 26 mei brengen vijf jongeren een performance gebaseerd op het tragikomische liefdesdrama Kasimir en Karoline van Ödön von Horváth. Tijdens de wandelvoorstelling door het Boesdaalpark ontdek je gaandeweg scènes uit het stuk, die worden aangevuld met persoonlijke verhalen van de jongeren, maar ook met dans en muziek.

  • Gemeenschapscentra
    ©FC

    Burgemeesters vragen meer middelen

    01/05/24

    In hun memorandum voor de komende parlementsverkiezingen vragen de burgemeesters van Halle-Vilvoorde, verenigd in het Toekomstforum, dat bij de verdeling van de middelen van het Gemeentefonds dit gebied voortaan erkend zou worden als Vlaamse Randregio.

  • Gemeenschapskrant

    'in de Boesdaalhoeve kun je parels ontdekken' - Claude Van Houtte

    01/05/24

    De Stuurgroep van GC de Boesdaalhoeve laat het gemeenschapscentrum bruisen. Wie zijn de leden en waarom doen ze graag wat ze doen? Dit keer is Claude Van Houtte aan de beurt.