Gemeenschapskrant

Victor Swalens (103) laatste overlevende oud-strijder uit Sint-Genesius-Rode

01/03/23

De laatste oud-strijder uit Sint-Genesius-Rode is Victor Swalens. In februari vierde hij zijn 103e verjaardag. Tijdens de Tweede Wereldoorlog probeerde hij te ontsnappen aan de Duitse bezetter. ‘De Gestapo heeft vaak bij ons thuis aan de deur gestaan.’

Victor Swalens
© Tine De Wilde

Het feest van de verdienstelijke Rodenaren begin februari was voor het gemeentebestuur dé gelegenheid om Rodenaar Victor Swalens te eren. Het werd een drukke maand voor de oud-strijder, want achttien februari vierde hij ook zijn 103e verjaardag.

Ondanks zijn gezegende leeftijd verkeert Victor nog in goede gezondheid. Hij is ook nog bijzonder vlot van tong en scherp van geest. ‘Ik ben geboren in de Nieuwstraat. Vier jaar heb ik school gelopen bij de zusters in De Hoek’, zo begint Victor zijn levensverhaal. ‘De jaren nadien zat ik op de Wauterbos, ’t Blokske zoals wij dat vroeger noemden. Ik herinner me de namen van al mijn leerkrachten nog goed. Om mijn Frans wat bij te spijkeren, ging ik nog twee jaar in Waterloo naar school. Dat was iedere dag te voet door het Waterloos Veld. Ik heb een fijne jeugd gehad. Weet je, wij kinderen waren de koning van de straat. Hele dagen spelen. Maar eerst moesten we ons huiswerk maken. Onze ouders waren streng, maar we kwamen nooit iets tekort.’

Op zijn veertiende moest Victor de schoolbanken verlaten. Hij ging in een schoenenfabriek in het Brusselse aan de slag. ‘Ik verdiende één frank per uur. Zondag kon ik vijftig frank aan mijn mama geven, zo fier dat ik was. Twee jaar later ben ik voor mijn ouders beginnen werken. Zij waren actief in de bouw. Het was hard werk, maar het gaf me voldoening. Tot mijn zestigste deed ik dat. In Sint-Genesius-Rode staan er nog verschillende huizen die ik bouwde, zoals het huis waar ik nu in woon op Hof-ten-Berg.’

Soldaat tijdens WOII

De Tweede Wereldoorlog zette het jonge leven van Victor op zijn kop. Door de dienstplicht werd hij in 1939 soldaat. ‘We hadden geen keuze. Ik was gestationeerd in de kazerne van Schaffen bij Diest. Mijn taak was onder meer om de vliegtuigen te wassen.’

Op 10 mei vielen de Duitsers België binnen. ‘Ik was erbij toen ze het vliegveld bombardeerden. We lagen toen te slapen en geloofden de sergeant eerst niet toen hij ons bruusk wakker maakte. Maar de oorlog was inderdaad begonnen. Alles stond in brand, van de meeste vliegtuigen bleef nog weinig over. We mochten van geluk spreken dat we het overleefden.’

Daarna trok zijn eenheid richting Leuven en nog daarna naar Bevekom. ‘Ik herinner me de zware vernielingen nog goed. Uiteindelijk werden we in Sint-Niklaas op een trein gezet richting Frankrijk. Met als eindhalte Mauguio vlakbij Montpellier. Van de oorlog was daar niets te merken. Omdat er te weinig werk was, mochten we snel weer vertrekken. Maar we moesten zelf thuis geraken. De trein bracht ons tot in Parijs, waar ik een fiets kocht. In augustus 1940 was ik weer thuis. Maar niet veel later zat ik weer in Frankrijk om een vliegveld te bouwen voor de Duitsers. Al werd daar amper gewerkt. We probeerden de boel zoveel mogelijk te saboteren.’

Opgepakt door de Gestapo

In het jaar 1942 zag het er even benard uit voor Victor. ‘Samen met een groep andere jonge mannen moest ik me aanbieden in het gebouw langs de Anspachlaan in Brussel. We moesten alles afgeven en zouden meteen naar Duitsland worden vervoerd. We werden weggeleid door twee Duitsers met een machinegeweer. Maar er was ergens verwarring over. Ik maakte daar gebruik van om te ontsnappen. Gelukkig hadden ze dat niet meteen in de gaten, want die Duitsers schoten zonder te aarzelen. Ik ben de eerste tram opgesprongen en kon ontkomen. De dag nadien, om half vijf ’s morgens, stond de Gestapo al bij mijn moeder aan de deur. Ik had elders de nacht doorgebracht. Gelukkig maar, want het huis werd van onder tot boven doorzocht. Ze hebben daar nog verschillende keren gestaan. Voor mijn ouders was dat geen gemakkelijke periode. Zelf verbleef ik toen vooral in de bossen van Argenteuil. Mijn oom werkte er voor een boomkapbedrijf en ik hielp mee. Ik heb altijd schrik gehad dat de Duisters me zouden vinden. Ik ben ooit tegengehouden door de Feldgendarmerie, maar ze hadden gelukkig niet door wie ik was. Het waren moeilijke jaren. We moesten smokkelen om aan voldoende eten te geraken. Ik ben ook nog in het verzet gegaan. Niet door de wapens op te nemen, wel door hier en daar de bezetter tegen te werken. Als ze in het dorp affiches ophingen, trokken wij die er weer af. Banden van voertuigen platsteken deden we ook. Maar moesten we goed opletten, want er waren mensen die samenwerkten met de vijand.’

De bevrijding

Kort voor Victor 25 jaar werd, was het eindelijk zover. België was bevrijd. De oorlog was voorbij. Een maand later was het opnieuw feest, want Victor trouwde op 14 maart 1945 met zijn vrouw Mariette. ‘Ik had haar al in 1939 leren kennen op een bal, maar het was wachten tot het einde van de oorlog om te trouwen. Ik herinner me nog goed toen we de kerk uitstapten. Het stond er vol dansende en zingende Canadese soldaten. De sfeer was uitgelaten, iedereen was blij dat de oorlog achter de rug was. Het leven kon eindelijk weer zijn gewone gang gaan. Twee jaar later werd onze enige dochter Karine geboren. In de naoorlogse periode heb ik in de omgeving van Malmedy nog vernielde gebouwen mee helpen herstellen.’

De oorlog in Oekraïne doet Victor terugdenken aan vroeger. ‘Als je ziet hoe jonge mannen van dezelfde leeftijd als ik destijds daar sneuvelen, dan besef je dat er geen lessen geleerd zijn uit het verleden. Het is triestig voor de mensen die daar leven’, zegt Victor. ‘Ik kijk nog iedere dag naar het nieuws en ’s avonds stem ik af op Canvas. Daarnaast volg ik het ook de sportwereld op. Vooral voetbal en koers. Als het goed weer is, ga ik samen met mijn dochter wandelen. Zij en mijn kleinkind zorgen goed voor mij. Eten en slapen, meer moet ik niet doen. (lacht) Ik ben blij dat ik nog thuis kan wonen. In een woonzorgcentrum zie ik me niet aarden. Hier voel ik me vrijer.’

Tekst: Jelle Schepers
Foto: © Tine De Wilde
Uit: buurten maart 2023

Meer nieuws

  • Tom Smets: nieuwe korpschef van politiezone Rode

    28/10/24

    Na meer dan zes maanden in functie als nieuwe korpschef van de politiezone Rode weet Tom Smets (53) goed welke richting hij uit wil. Zo wil hij sterk inzetten op wijkwerking en communicatie naar de bevolking. Verder breekt hij een lans voor het mentale welzijn in het korps. ‘We werken binnenkort samen met een mental coach.’

  • Geef je mening!

    10/10/24

    Genoot je van een drankje in onze foyer, een voorstelling, workshop of activiteit in ons gemeenschapscentrum? Dan horen wij graag je mening! Om onze dienstverlening en programma's te blijven verbeteren, hebben we je feedback nodig.

  • Erik Wieers

    Randnieuws: Stedenbouwkundige uitdagingen in de Rand

    01/10/24

    Je kunt er niet naast kijken, stedenbouwkundig is de Vlaamse Rand een zootje, en het lijkt onbegonnen werk om enigszins orde in die chaos te scheppen. Vlaamse Bouwmeester Erik Wieërs tekent interessante krijtlijnen uit.